Twee livestreamings op Marcels YouTube kanaal

Tango’s uit Latijns-Amerika en Europa: werk van o.a. Stravinsky, Weill, Milhaud, Albeniz, Nazareth, Salgan, Pugliese en Piazzolla

De links naar de concerten zijn als volgt:

De concerten zijn ook nog achteraf te bekijken

PROGRAMMA EN TOELICHTING

1.Igor Stravinsky (1882 – 1973)

Tango (1940) 

2.Isaac Albeniz (1860 – 1909)

Tango op.165 nr.2 (concertarrangement van Leopold Godowsky)

3.Jean Wiéner (1896 – 1982) 

Tango (uit ‘Trois danses’)

4.Kurt Weill (1900 – 1950) 

Youkali (Tango Habanera, 1935)

5.Darius Milhaud (1892 – 1973)

Tango des Fratellini 

6.Leo Kok (1893 – 1992)

Intermezzo en forme de Tango (1923)

7.Fahrid Al Atrash (1915 – 1974)

Ya Zahralan

8.Ernesto Nazareth (1863 – 1934)

Odeon – Tango Brasileiro (1926) 

9.Pablo Ziegler (1944) 

Milonga del adiós

10.Horacio Salgan (1916 – 2016)

A fuego lento (1953) 

11.René Vargas Vera (1936)

Pampa escondida (1997) 

12.Juan José Ramos (1930 – 1995)

Milonga Sureña nr.5

13.Osvaldo Pugliese (1905-1995)

la Yumba (1947) 

14.Astor Piazzolla (1921 – 1992)

Milonga del Angel 

Libertango (1974) 

TOELICHTING

In de titel van een beroemde tango van Horacio Salgan, A fuego lento (op een zacht vuurtje), komt misschien wel het duidelijkst naar voren waar het bij de tango om gaat: ingehouden hartstocht. Maar ook een laag vuur kan op den duur tot een explosie leiden en dat gebeurt in de tango dan ook regelmatig. Beide kanten, de introverte en de extraverte, zullen vandaag ruimschoots te horen zijn.

De oorsprong van de Tango ligt in het gebied rondom de Rio de Plata: Buenos Aires in Argentinië op de ene oever en Montevideo in Urugay aan de overkant vormen de bakermat van deze muziekvorm en dans. Hij was te horen in de arme wijken van de twee hoofdsteden. Het bordeel en de kroeg vormden de locaties van de tango, voor de dansgelegenheden van de gefortuneerden werd de muziek te vulgair bevonden. Dat veranderde toen de tango rond 1915 zijn weg naar Europa vond. Zuid-Amerikaanse tangueros gingen naar Parijs waar moderne opnamemogelijkheden voorhanden waren. Destijds was Parijs de onomstreden muzikale hoofdstad van de wereld en toen hun muziek daar geaccepteerd en zelfs populair werd, begon de zegetocht van de tango over de wereld, een reis die we tijdens dit concert ten dele kunnen meemaken.

Het repertoire van dit programma plaatst tango’s uit Latijns-Amerika naast en tegenover tango’s, die Europese componisten aan het begin van de twintigste eeuw begonnen te schrijven zodra de tangomuziek Europa bereikt had. De piano is vrijwel vanaf het begin een belangrijk instrument in het tango-ensemble geweest en vele grootheden uit de tangogeschiedenis, zoals Osvaldo Pugliese en Horacio Salgan waren, behalve orkestleider, ook pianist.

Igor Stravinsky – Tango (1940)

Stravinsky’s Tango is niet een tango, maar dé tango. Stravinsky probeert hier om het algemene van het genre te benadrukken en het banale of toevallige element uit te sluiten. Er is wel gezegd dat, indien alle tango’s die ooit gecomponeerd zijn, verloren zouden gaan met uitzondering van de Stravinsky-tango, men in de volgende eeuw nog precies zou kunnen begrijpen wat een tango is.

Isaac Albéniz – Tango (1890)

Albeniz combineert in zijn pianomuziek veelal de Spaanse klankkleur en ritmiek met de elegantie van de salon. Van zijn cyclus España voor piano is de tango in talrijke versies beroemd geworden. Pianist en componist Leopold Godowsky maakte het stuk door een aantal toevoegingen geschikter voor de concertzaal, waarbij hij echter bijzonder trouw aan het origineel bleef.

Jean Wiéner – Tango (1955)

De Franse componist en pianist Jean Wiéner interesseerde zich voor alle mogelijke muziekstijlen en muzikale ontwikkelingen van de jaren ’20 van de afgelopen eeuw. Hij organiseerde in die tijd de befaamde Concerts Salade, muzikale cocktails waarin – naast klassieke werken – ook de jazz- en dansmuziek een plaats vond. Wiéner schreef een reeks dansen voor klein orkest. Drie daarvan, waaronder deze tango, bewerkte hij voor piano.

Kurt Weill – Youkali (1934)

Weill schreef Youkali, een tango-habanera, als onderdeel van zijn opera Marie Galante tijdens zijn ballingschap in Parijs. De Franse acteur en schrijver Roger Fernay schreef er in 1935 een tekst bij. De opera was geen succes maar Youkali hield stand en werd  gezongen door onder andere Ute Lemper, Teresa Stratas en Barbara Henningan. De tekst beschrijft het paradijselijke, imaginaire eiland Youkali.

Darius Milhaud – Tango des Fratellini (1919)

Veel kunstenaars in het Parijs van de jaren ‘20 hadden een liefde voor het circus. Zij bezochten het befaamde Circus Médrano waar de gebroeders Fratellini als clowns werkzaam waren. Milhaud voerde hen ten tonele in zijn Le boeuf sur le toit uit 1919. Hierin verwerkte hij de vele muzikale indrukken, die hij kort tevoren in Brazilië had opgedaan, wat wellicht het opnemen van een tango in het werk verklaart.

Leo Kok – Intermezzo en forme de Tango (1923)

Leo Kok had een turbulent leven: dienstweigeraar tijdens de Eerste Wereldoorlog, vechtend tegen Franco in de Spaanse burgeroorlog en verzetsman tijdens de Tweede Wereldoorlog, waardoor hij in Buchenwald belandde. Daarnaast was hij boekhandelaar in Parijs en dreef hij een antiquarische boekwinkel in het Zwitserse Ascona, waar hij in de kring van de idealistische, spirituele Monte Verità beweging verkeerde. Hij was pianist, begeleidde danseressen en componeerde.

Deze lieflijke tango heeft de Latijnse ruigheid achter zich gelaten en beweegt zich eerder in Franse sferen.

Farid Al-Atrah – Ya Zahratan Fi Khayali

Toen ik mijn Tangoprogramma in Beiroet speelde, trad ik ook op met de Libanese zangeres Soumaya Baalbaki. Dankzij haar ontdekte ik, dat ook de Arabische cultuur haar Tango heeft. Oosterse en westerse elementen zijn daarin op unieke wijze vermengd. Een van de beroemdste Tangozangers in het Midden-Oosten was Farid Al-Atrash.

Farid Al-Atrash werd geboren in een dorp in het zuiden van Syrië. In de twintiger jaren van de vorige eeuw verhuisde hij met zijn familie naar Caïro. Daar publiceerde hij spoedig zijn eerste composities waaronder Ya Zahratan Fi Khayali. De titel betekent zoiets als ‘bloem van mijn verbeelding’.

In de Arabische wereld is Farid Al -Atrash ook beroemd als filmster in vele Egyptische films. Hij stierf in Beiroet in 1974.

Ernesto Nazareth – Odeon (“Tango  Brasileiro”, 1926)

De componist Ernesto Nazareth is een belangrijke vertegenwoordiger van de Braziliaanse volksmuziek. “A verdadeira encarnaçaõ de alma musical brasileira”, zo typeerde zijn beroemde landgenoot Heitor Villa-Lobos hem: de ware belichaming van de ziel der Braziliaanse muziek. Vele auteurs spreken bij Nazareths muziek liever van choros dan van tango’s; deze choros zijn meestal sneller en hebben ook een andere culturele achtergrond dan de Argentijnse tango. Nazareth schreef deze tango als hommage aan de beroemde Odeon-bioscoop in Rio de Janeiro, waar hij vier jaar als pianist heeft gewerkt.

Pablo Ziegler – Milonga del adiós

De milonga is een vooral Argentijnse en Uruguyaanse muziekvorm en dans. Onderscheiden worden de milonga campera (van het platteland) en de milonga urbana (van de stad): uit laatstgenoemde ontstond de tango.

Pablo Ziegler, de componist van deze Milonga del adiós, was jarenlang de vaste pianist van het Tango Nuevo kwintet van Astor Piazzolla.

Horacio Salgan – A Fuego Lento (1955)

Horacio Salgan was – na de dood van Piazzolla en Pugliese – vele jaren de laatste nog levende van de grote tangocomponisten. Anders dan zijn twee beroemde collega’s is hij altijd dicht bij de traditionele tango gebleven. Zelf heeft Salgan daarover gezegd: “Mijn creatieve proces is tegengesteld aan dat van Piazzolla, die zijn muziek heeft geschreven vanuit de noodzaak om uit de tango weg te komen. Ik heb de mijne geschreven vanuit de idée fixe om tot de tango door te dringen.”  In A fuego lento (op een laag vuur) is goed de canned heat – de sluimerende, ingehouden hartstocht – te horen, die zo karakteristiek is voor de tango.

René Vargas Vera – Pampa Escondida (1997)

Het subtiele Pampa Escondida is een milonga, de muziekvorm, die mede aan de wieg van de tango heeft gestaan. De milonga was oorspronkelijk een lied en kwam op haar beurt weer voort uit de muziek van de payadores, de zangers van volksmuziek uit de pampa’s, die zo’n belangrijke rol speelden in de wereld van de gauchos (Argentijnse cowboy’s). Juist die wereld van de gauchos stond op het punt te verdwijnen toen de milonga de stad bereikte. De titel van deze milonga (‘verborgen pampa’, de oorspronkelijke liedtekst is van Suma Paz) is hier een verwijzing naar.

Juan José Ramos  – Milonga Sureña nr.5

Tot mijn spijt is over de Argentijnse componist Juan José Ramos geen informatie te vinden. De melancholieke schoonheid van zijn Milonga Sureña nr.5 (Milonga van het Zuiden) lijdt daar gelukkig niet onder.

Osvaldo Pugliese – La Yumba (1947)

De stijl van Pugliese kan beschouwd worden als de schakel tussen de oude tango en de tango nuevo van Piazzolla. Zijn muziek kenmerkt zich door felle syncoperingen, gespeeld door gestreken contrabassen en beukende akkoorden in het basregister van de piano. De titel van deze tango is een klanknabootsing van het effect, dat zo ontstaat: zzjjjjoem-ba……’Het geweten van de tango is dood’ heette het toen Pugliese in 1995 overleed. Op zijn begrafenis werd één van zijn meest geliefde tango’s gespeeld: La Yumba.

Astor Piazzolla – Milonga del Angel/ Libertango

Kort nadat Astor Piazzolla zich als compositiestudent had aangemeld bij de beroemde Parijse pedagoge Nadia Boulanger liet hij haar een aantal tango’s horen. Boulanger begreep, dat daarin Piazzolla’s kracht lag en raadde hem aan zich hierin verder te ontwikkelen. Piazzolla heeft een enorm aantal tango’s gecomponeerd. Mede doordat hij zijn jeugd in de open cultuur van New York en daarmee buiten het enigszins besloten tangomilieu van Buenos Aires doorbracht, verwerkte hij in zijn tango’s ook andere muzieksoorten, vooral jazz en modern-klassieke stromingen. Milonga del Angel en Libertango vertegenwoordigen twee extreme kanten van Piazzolla: de lyrisch-ingetogen milonga tegenover de vurige en stuwende tango.

Piazzolla schreef Libertango  tijdens zijn verblijf in Rome. Hij noemde het stuk een ode aan de vrijheid, zoals hij die ervoer in een nieuwe omgeving met nieuwe ideeën. 

Ga terug naar het volledige agenda overzicht