Twee nieuwe livestreamings Marcel Worms: Bewerkingen (Bach, Brahms, Franck, Kreisler), 27 februari 2021, 11:00 en 20:00


De links naar deze livestreamings zijn de volgende:

11:00 https://youtu.be/Wrz4Vw7d5ZY

20:00 https://youtu.be/HkLOYStP8Fo

Het is een al lang beproefd procédé: het maken van een alternatieve versie van een muziekstuk. Voor de duidelijkheid moeten we een aantal manieren onderscheiden: een transcriptie is een zo exact mogelijke omzetting van een werk van het ene instrument naar het andere. Ontstaat als gevolg van de omzetting in feite een nieuw, min of meer autonoom muziekstuk dan spreken we van een bewerking, bijvoorbeeld de versie voor viool en piano van de drie preludes voor piano van Gershwin. Als zo’n bewerking ingrijpend is, waarbij bijvoorbeeld behalve instrumentatie ook klankkleur, ritmiek of zelfs stijl grondig veranderd worden, dan is er sprake van een arrangement: denk aan een bewerking voor een bigband van een klassiek stuk.

Waaruit ontstaat de behoefte aan een bewerking? Als er voor een instrument maar een beperkt repertoire bestaat, probeert de bespeler het repertoire via bewerkingen uit te breiden. Een bewerker kan het gevoel hebben dat een werk meer in zich heeft dan in de oorspronkelijke bezetting gerealiseerd kan worden: denk aan de orkestversie die Ravel maakte van Moessorgski’s Schilderijententoonstelling. Met name pianisten willen graag orkeststukken, strijkkwartetten en andere werken voor een grotere bezetting kunnen spelen, zeker voordat er opnames van konden worden gemaakt. En vrijwel alle muziek kàn ook voor piano bewerkt worden. Zo’n transcriptie kan helderder zijn dan het origineel. Door de reductie wordt het stuk minder complex en is het vaak beter te doorgronden, al gaat er natuurlijk ook een en ander verloren. Vaak kan een transcriptie of bewerking beter als een zelfstandig werk worden beschouwd dat we dan niet hoeven te vergelijken met het origineel, zoals we de verfilming van een boek ook beter niet naast het boek zelf kunnen leggen.

Soms maakt de componist zelf een bewerking. Zo bewerkte Brahms zijn beide klarinetsonates voor altviool en is Prokovieffs tweede vioolsonate een door hem zelf gemaakte bewerking van zijn fluitsonate. In veel andere gevallen is een ander dan de componist aan het bewerken gegaan, al dan niet met diens toestemming.

PROGRAMMA

1.J.S.Bach (1685 -1750)

Uit Sonate voor orgel NR.4 in e kl.t. BWV 528  

-Adagio

(bewerking: August Stradal (1860 – 1930))

2.César Franck (1822 – 1890)

-Prélude, Fugue et variation op.18, voor orgel

(bewerking: Harold Bauer (1873 – 1951))

Johannes Brahms (1833 – 1897)

– Thema mit Variationen (Uit Strijksextet op.18, 1860)

(bewerking: Johannes Brahms)

3.J.S.Bach

a-Gavotte uit Partita in E gr.t. BWV 1006 

(bewerking: Sergei Rachmaninoff (1873 – 1943))

b-‘Nun komm’, der Heiden Heiland’ BWV 61

c-Chaconne uit de tweede partita voor viool solo BWV 1004 

(bewerkingen: Feruccio Busoni (1866 – 1924))

4.Fritz Kreisler (1895 – 1962)

-Liebesleid (1905)

(bewerking:Sergei Rachmaninoff )

In dit programma heb ik alle alternatieve versies bewerkingen genoemd, aangezien de grens tussen transcriptie en bewerking niet eenduidig is.                            ——————————————————————————————————                                                                                          Feruccio Busoni, Harold Bauer, August Stradal – Bachtranscripties                                                                            De Italiaanse componist Ferruccio Busoni begon zijn carrière als wonderkind. Op zevenjarige leeftijd maakte hij zijn debuut in Trieste met werk van Mozart, Schumann en Clementi maar zonder werk van Bach, al hadden zijn ouders hem tot die tijd op een eenzijdig Bach-dieet gezet. Na een orgelconcert in de Thomaskirche in Leipzig (waar Bach een groot deel van zijn leven als muzikaal programmeur en componist was aangesteld) besloot hij voor het eerst een orgelwerk van Bach voor piano te bewerken. Het zou bepaald niet bij die ene Bachbewerking blijven en sindsdien is Busoni’s naam onlosmakelijk met die van Bach verbonden.

Op het hoogtepunt van de historische uitvoeringspraktijk was het spelen van Busoni’s transcripties not done maar tegenwoordig is er van enige reserve op dat gebied nauwelijks meer sprake. Volgens Alfred Brendel is geen componist er in geslaagd om Bachs orgelmuziek op de piano zo overtuigend te laten klinken als Busoni, zelfs Liszt niet. Busoni is erin geslaagd ons het gevoel te geven dat de piano evenzovele registers heeft als het orgel.

Dat neemt niet weg dat ook anderen, zoals Harold Bauer, Harriet Cohen, Myra Hess en Sergei Rachmaninoff geslaagde transcripties van muziek van Bach gemaakt hebben.

August Stradal (1860 – 1930) was een Boheems pianovirtuoos, componist en arrangeur.  Naast muziek van Bach bewerkte hij werken van een indrukwekkend aantal klassieke componisten.

Harold Bauer (1873 – 1951), Brits pianist en violist, werd geboren in Londen maar emigreerde later naar Amerika, waar hij piano doceerde aan de Manhattan School of Music.                                     ——————————————————————————————————-                                                                                                César Franck (1822 – 1890) / Harold Bauer – Prélude, Fugue et variation op.18   Componist César Franck was Belg van geboorte maar bracht zijn creatieve leven in Frankrijk door. Lange tijd was hij was organist van de St.Sulpicekerk in Parijs. Het orgelwerk van Franck is bescheiden van omvang maar van zo’n hoge kwaliteit dat hij beschouwd kan worden als Frankrijks grootste orgelcomponist van de 19de eeuw. Het orgel was bij het grote publiek echter niet zeer geliefd. Francks uitgever Durand besloot daarom een aantal pianisten te vragen om zijn orgelmuziek voor piano te bewerken. Een van die pianisten was Harold Bauer en alleen zijn bewerking heeft repertoire gehouden. Francks muziek is dynamisch zeer genuanceerd en wat dat betreft is deze transcriptie een verbetering van de oorspronkelijke versie voor orgel, een instrument dat het qua diversiteit van klank wellicht van de piano wint maar in dynamische variatie uiteraard achterblijft.—————————————————————————————————-                                                                               Johannes Brahms – Thema mit Variationen (Uit Strijksextet op.18)                                                                    Brahms was als geen andere componist geïnteresseerd in het werk van zijn collega’s. getuige zijn handgeschreven opmerking op het manuscript van An der Schönen Blauen Donau dat in zijn bezit was: Leider nicht von Johannes Brahms…Het is dan ook niet verbazend dat Brahms veel transcripties heeft gemaakt van het werk van andere componisten en overigens ook van eigen werk. De transcriptie uit het langzame deel uit zijn eerste Strijksextet maakte  Brahms voor Clara Schumann als geschenk voor haar verjaardag

——————————————————————————————————                                                                              J.S.Bach / Feruccio Busoni – Nun komm’, der Heiden Heiland /Chaconne uit de tweede partita voor viool solo BWV1004                                                                                                                                                                                       De chaconne is een muzikale variatievorm met een baspatroon dat zich voortdurend herhaalt. In die zin staat de chaconne dicht bij de fuga. De beroemdste chaconne is ongetwijfeld die uit Bachs tweede partita voor viool solo. Meerstemmigheid is op een viool veel moeilijker te realiseren dan op een toetsinstrument. Dubbelgrepen en gebroken akkoorden zijn op een strijkinstrument weliswaar speelbaar maar de Italiaanse pianist en componist Feruccio Busoni zag in Bachs chaconne nog meer polyfone mogelijkheden en die waren alleen op een piano uitvoerbaar. Zijn bewerking van de chaconne voor piano is, met zijn talrijke extra harmonische kleuren, toegevoegde lijntjes en pianistische effecten, is in zekere zin een nieuwe compositie geworden, gebaseerd op en trouw aan de kern van Bachs origineel maar met een eigen bestaansrecht.——————————————————————————————————-                                                                                    Fritz Kreisler / Sergei Rachmaninoff Liebesleid                                                                                                  Rachmaninoff vormde jarenlang een succesvol duo met zijn vriend, de violist en componist Fritz Kreisler. Fritz Kreisler is geboren in Wenen en studeerde eerst daar en later in Parijs. Hij werd een gevierd violist die o.a. de wereldpremière van het aan hem opgedragen vioolconcert van Elgar for zijn rekening nam. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog emigreerde de Joodse Kreisler naar Amerika waar hij de rest  van zijn leven zou blijven. Liebesleid is een van de drie Alt-Wiener Tanzweizen, die tot de meest populaire werken van Kreisler behoren (de andere twee zijn Liebesfreud en Schön Rosemarin). De bewerking van Liebesleid door Rachmaninoff  houdt de  oorspronkelijke melodie in stand maar akkoordgebruik, klankkleur en uitwerking van het originele materiaal heeft Rachmaninoff volledig naar zijn hand gezet.